HOME - INHOUD - TERUG - VOLGENDE
EEN MOOIE SNEEUWBAL 11.3: Naar de blauwe busjes

'Ome' Hennie de Beer laat zich afvoeren
'In het grote gevecht stond ik achter Muller'
In de nota 'Waar gebeurd' die temidden van alle commotie rond het ontslag van Carel Muller op 22 januari '74 werd verstuurd, noemen 'de zes' de Werkgroep Bestuur een van de oorzaken van de scheuring. Zij bekritiseren zowel de vorming - het buiten spel zetten van de benoemingsinstanties en henzelf - als de eenzijdige samenstelling ervan - het linkse karakter.
Vervolgens sommen zij een aantal grieven op jegens Carels voorzitterschap. Het komt erop neer dat hij 'te weinig oog had gehad voor hun inbreng'. Er zou 'van alles mis zijn gegaan' en 'Dennendal was achterop geraakt'. Ze verwijten Carel 'mediageilheid' en 'solistisch optreden'. Als 'grote minderheid', zoals ze zichzelf noemen, tonen ze weinig begrip voor de cruciale rol van Carels woordvoerderschap en gaan ze geheel voorbij aan de democratische rechten van de groepsleiding, die in overgrote meerderheid duidelijk wel voor autonomie was en achter Carel en diens zeven medestanders in de staf stond.
Dennendal-kenner Heerma van Voss toonde in '84 in het voorwoord van het boekje 'Na Dennendal...' begrip voor de houding van 'de zes': 'In het interne stafconflict gaf ik de afvallige stafleden hun democratische gelijk, maar in het grote gevecht stond ik achter Muller' (Spijker, Van de Wijngaart: 8).
Carel Muller gaf in hetzelfde boekje zijn visie op democratisering nog eens weer in een betoog waarin hij de Maslov-achtige denkers tegenover de vakbondsachtige, politieke denkers stelt en zichzelf omschrijft als iemand die anarchistisch - 'zo noemen ze dat' - door het leven gaat. 'Van structuren kijg je uiteindelijk dictaturen (...) Je knelt daarmee altijd creativiteit af.(...) Door een structuur over de mensen heen te leggen kanaliseer je alles en dan haken de mensen af; dan worden ze kleine stukjes in de structuur en dan ben je weer bij 'de functionaris'. Ik heb sterk het gevoel gekregen dat structuurdenken erg te maken heeft met angst voor het leven' (Spijker, Van de Wijngaart: 105).
Carel koos in alle conflictsituaties waarin hij kwam te verkeren, en dat waren er in die paar jaar heel wat, als het er werkelijk op aankwam steeds weer voor vrijheid. In de media werd hij, al naar gelang politieke kleur, wel afgeschilderd als 'Jesus Christ Superstar' en 'Raspoetin'.