HOME - INHOUD - TERUG - VOLGENDE
EEN MOOIE SNEEUWBAL: 13.1: De factor-Reckman

De leef- en werkgemeenschap Nieuw Dennendal bestond officieel ruim acht maanden, van het moment van oprichting, 25 januari 1974, tot de opheffing, 28 oktober datzelfde jaar. Maar na de ontruiming zag bijna niemand het meer zitten, de ambtenaren van Volksgezondheid niet, maar eigenlijk ook de Nieuw-Dennendallers niet. Een Dennendal zonder het vertrouwde terrein en de bossen was niet erg aantrekkelijk en haast onvoorstelbaar.(Op linker tekening: links resp. rechts Jaap van der Doef en Piet Reckman; onder v.l.n.r. Elly van de Pieterman, Jan Jaap Berkhout, Loes Schwerzel, Carel Muller, Wil Snijders; daarachter staande Dick Nicolai en Thomas Nelissen; op de rechter tekening de boot Cecilie met de E-groep van Lorentz op het IJsselmeer.)
De factor-Reckman: neomarxisme met een scheutje anarchisme
Piet Reckman zal niet de geschiedenis ingaan als de woordvoerder van het Nieuw-Dennendalbestuur, maar als de indiener van de motie-Reckman op de Partijraad van de PvdA in Utrecht tijdens de formatie van wat in 1977 het tweede kabinet-Den Uyl had moeten worden. De motie behelsde dat de PvdA niet mocht fungeren als 'schild voor rechts en puinruimer van het kapitalisme' (Bootsma, Breedveld: 253). Het waren vertrouwde termen voor wie Reckman in die jaren volgde. De motie was een van de oorzaken van het niet doorgaan van het tweede kabinet-Den Uyl.
Reckman plaatste in een HP-interview in juni '74 zijn activisme en de strijd voor Nieuw-Dennendal in een ethisch kader. 'Heel de bestaande werkelijkheid (...) houdt zowel in wat ik als de hel beschrijf - het onrecht, de problematiek van oorlog en vrede, de uitbuiting, het kapitalisme, de multinationals en zo - als precies ook de kansen om een andere wereld te maken'. Hij zag zichzelf als 'een radensocialist, in de richting van een radenachtige democratie'. Ook merkte hij - plaagstootje richting Carel Muller? - op dat 'elke marxist zichzelf regelmatig een kleine injectie anarchisme moet toedienen' (Heerma van Voss, HP: 23-6-'74).
Zo dat al mogelijk was drukte Reckman een nog radicaler stempel op Nieuw-Dennendal. In de Kamer was het voldoende om naar Reckman te verwijzen om heel rechts - VVD, CHU, DS'70, Boerenpartij, SGP, GPV en RKPN - de gordijnen in te jagen. Reckman zat met zijn politieke agenda binnen het kabouterachtige Nieuw-Dennendal op de uiterste linkervleugel. Hij had geen problemen met het kabouterachtige element, maar andere relatieve buitenstaanders hadden wél moeite met het speelse karakter van Dennendal. Spijker en Van de Wijngaart roeren dit aan in hun 'Na Dennendal...interview' met Carel Muller, waarin zij erkennen dat in Utrecht een discussie was gevoerd over 'een politiek juist jasje' voor het 'antroposofische' Dennendal. Carel vond die discussie 'wel kostelijk' (Spijker, Van de Wijngaart: 104).