Home - Inhoud - Rondje Noordzee (terug) - Interview J&B (volg.) - Archief - red.
LIVING DANGEROUSLY

02-2011

05 JUNI

INTERACTIE:

Bijdragen voor de COLUMN-ruimte zijn via redactie in te zenden. Graag ondertekening met e-mailadres. Ook een fotootje behoort tot de mogelijkheden. Een sleutelwoord of kopje is handig. Plaatsing kan op zich laten wachten door technische problemen, afwezigheid van de muze, vakantie e.d.

ONDERWERPEN:

De columnruimte is vrij. Het kan een persoonlijke oprisping, recensie, mailwisseling, oproep of iets anders zijn. Er geldt in principe een maximum van duizend woorden, maar uitzonderingen zijn mogelijk. Eventueel wordt over de vorm ge-emaild.
Siddhartha van Langen las het manuscript voor een autobiografisch werk in wording van Hans Bogers, en liet zich daardoor inspireren tot bijgaande ‘column’. Het is niet zozeer een kritische recensie of commentaar maar vooral een eerbetoon aan een decennia oude vriendschap. Daarnaast wordt in het kort teruggekeken op dertig tot veertig jaar geestelijke ontwikkeling. Siddhartha schreef eerder ‘In de ban van de Kinderjaren’ en ‘Van Rome naar Poona’, beide gepubliceerd in 1981, nadat hij enkele jaren ‘bij de Bhagwan’ had gezeten.
Siddhartha in 2006

Siddhartha in 1981,
op de achterflap van
'Van Rome naar Poona'

Siddhartha met Bhagwan,
Poona 1981

LIVING DANGEROUSLY

Jaren geleden was ik in Poona een paar weken te gast bij een Indiase familie waar Laxmi, de vroegere secretaresse van Osho, ook verbleef. Tijdens een van onze gesprekken aan de keukentafel vertelde ze dat ze in Amerika samen met Osho in de auto zat om hem weg te brengen naar de toen pas aangekochte 'muddy Ranch' in de staat Oregon.
Laxmi had tevoren jarenlang in India gezocht naar een grotere plek voor de nieuwe commune, totdat Osho naar Amerika ging voor een speciale doktersbehandeling en daar langere tijd wilde blijven.
Ze vroeg aan Osho in de auto: "Zou U dat nu wel doen om in dit conservatief christelijke bolwerk een commune te beginnen? Is dat niet vragen om moeilijkheden?”
Osho keek haar lachend aan en zei alleen maar: “Laxmi, I love the danger…”
Als ik de spirituele avonturenreeks van Hans lees, komt dat ene zinnetje spontaan bij me boven. De vaak herhaalde boodschap van Osho ‘to live dangerously’ lijkt Hans op het lijf geschreven. Zijn roerige Dennendalperiode, zijn ongewone reisavonturen in India, zijn eigen benadering van drugsverslaafden, zijn experimenten met psychedelische middelen, zijn initiërende inzet voor de Santo Daime kerk getuigen allen van een rebelse geest. Ook zijn keuze om sannyasin van de omstreden Bhagwan te worden was - toendertijd in de jaren ‘70 - een gevaarlijke sprong. Zelfs in het alternatieve en progressieve circuit werd je met knal oranje kleren en een portretje van de omstreden Meester om je nek voor gek verklaard. Ik kan het illustreren aan de hand van mijn eigen ervaringen.

- Carel Muller -
Ik hoorde - hoe toevallig – voor het eerst van Bhagwan via Carel Muller. Ik was cursusleider van Vredeveld, een vormingscentrum in internaatsverband en Carel kwam als stafdocent mee bij een weekcursus voor leerlingen van een HBO-opleiding inrichtingswerk in Groningen.
In de middagpauzes praatte ik vaak met Carel. Hij had voor mij een uitdagende mens- en maatschappijvisie. Ik herinner me nog als de dag van gisteren dat we in de bossen rondom het prachtig gelegen vormingscentrum wandelden, ondertussen van gedachten wisselend over het hot item van het toenmalige vormingswerk: vernieuwing van de maatschappij. Carel geloofde niet dat politiek mensen kon veranderen. “Echte verandering ontstaat alleen als een charismatische figuur binnen een klein groepje een radicaal nieuwe visie ontwikkelt. Er is dan wel veel verzet van de gevestigde maatschappij, maar heel geleidelijk worden de nieuwe omstreden inzichten van een kleine groep voorlopers overgenomen.” Als voorbeeld noemde hij in dat gesprek Bhagwan. Ik vroeg aan Carel wat hij nog meer wist over deze man. Hij vertelde mij dat er Engelstalige boeken van hem in Amsterdam te koop waren.
De eerstvolgende keer dat ik in Amsterdam was, toog ik naar de esoterische boekhandel ‘Au bout du monde’. Tot mijn verbazing lagen er grote stapels boeken van deze Bhagwan. Ik kocht voor de zekerheid toch maar eerst het kleinste boekje wat er lag: Tantra, spirituality and sexuality (Rainbow Bridge). Ik begon er thuis in te lezen en hield niet meer op. Dit boekje was van een diepgang en helderheid die ik nog nergens was tegengekomen bij al mijn favoriete schrijvers uit de humanistische psychologie zoals Maslow, Perls, Laing, Fromm etc. Ik las en herlas dit kleine boekje en werd diep geraakt.
Ik ging steeds meer boeken van deze Bhagwan lezen. Maar ik liet me mooi niet het hoofd op hol brengen om zijn discipel te worden. Ik wilde niet opnieuw een paus of bisschop boven me.
Ik introduceerde al wel in mijn groepen op het vormingscentrum de Bhagwan meditaties, zoals de Dynamic en Kundalini, die heel aards op westerlingen waren afgestemd. Verder bleef ik op veilige afstand van deze oosterse Meester. Maar hoezeer ik me innerlijk ook verzette, de aantrekkingskracht was te sterk. Ik heb dat hele proces uitvoerig beschreven in het boekje 'Van Rome naar Poona' (Arcanum, 1981).

- Oranje en mala -
Gevolg was wel dat ik op zekere dag in oranje kleren en een mala met de foto van Bhagwan het vormingscentrum binnenstapte en passant mijn nieuwe naam Siddhartha lancerend. Ik bracht het vormingscentrum meteen in grote verwarring met dit provocerende oranje kleur bekennen en een wereldvreemde oosterse naam.
Wat moesten democratische agogen met een collega die achter een fel omstreden goeroe aanliep? De berichten over ‘de Bhagwan’ in de roddelbladen, de serieuze media en de alternatieve tijdschriften werden in die dagen (1978) steeds negatiever: seksgoeroe, dure Rolls Royce, gehypnotiseerde volgelingen, lichamelijk geweld in encountergroepen enzovoort. Bhagwan mocht dan nog zulke mooie boeken schrijven, ik was volgeling geworden van een gevaarlijke sekte. Maar omdat ik verder normaal functioneerde binnen de staf, hielden ze het met mij uit.
Omdat ik op gegeven moment voor langere tijd naar Poona wilde, nam ik zelf ontslag. Het was opnieuw een gevaarlijke sprong in het onbekende. Als je met het oranje virus was besmet kon je later een nieuwe baan in deze sector wel vergeten. De staf en het bestuur van het centrum wilden de persoonlijke groeigroepen wel voortzetten, maar uiteraard niet met een uitgesproken volgeling van Bhagwan.
Tijdens de sollicitatieprocedure voor mijn opvolger kwam een zekere Hans Bogers als geschiktste kandidaat uit de bus. Hij had veel ervaring in de alternatieve wereld van de geestelijke gezondheidszorg, maakte een energieke en creatieve indruk en liep niet in fel oranje. Hij was thuis in de begeleiding van nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen, maar verder ‘neutraal’.
Maar Hans zou Hans niet zijn geweest als hij niet enige tijd later als Parigyana in knal oranje inclusief kralenketting en Bhagwanfoto in het vormingscentrum zou verschijnen.
Hij beschrijft in dit boek hoe hij allerlei nieuwe cursussen met succes ontwikkelde, maar na enige tijd op zijn eigen rebelse wijze in conflict kwam met de gevestigde orde van het vormingsinstituut, met als uiteindelijk gevolg zijn ontslag.
Zijn energie ging nu heel gericht naar de woon- en werkcommune Gruttershoeve, die was omgedoopt in Anubhava. Bewust leven en werken vanuit Bhagwans inspiratie was voor deze commune belangrijk.
In dat kader ontstonden op Anubhava weekendcursussen waarin Hans en ik met elkaar samenwerkten. Het waren therapeutische cursussen waarin de conditioneringen van de eerste levensjaren centraal stonden. Via rebirthing, geleide fantasie, gestaltdialogen, pendelen etc. leerden we de deelnemers contact te maken met onderbewuste kinderbeelden, die hun leven inperkten. Op zondagmorgen draaide Hans video’s met lezingen van Bhagwan. In combinatie met de dynamische meditatie ontstond er een verstilde sfeer, die in de cursus doorwerkte.
Hans en ik vulden elkaar goed aan. Hans kon de deelnemers dynamisch opladen met discomuziek en energetisch lichaamswerk, terwijl ik diverse zachte hypnotherapeutiche methodes die ik in Poona had leren kennen introduceerde.
Vanuit de ervaring in deze cursussen ontstond de eerste versie van mijn eerste boek ‘In de Ban van je Kinderbeelden’ (1981). Het was een speelse uitgave met allerlei tekeningetjes, in eigen beheer uitgegeven via Anubhava.
Omdat ik zelf een intensieve training van zes maanden ging volgen bij mijn ‘teacher’ uit Poona, Santosh, (later Jeru Kabal) en daarna naar München verhuisde, raakten Hans en ik elkaar kwijt. We waren ieder onze eigen weg gegaan. Hans als medeoprichter van de Haagse disco de Tempel , ik als medeoprichter van de School voor Body en Soul en later de New Man Academie, waarin therapie en meditatie centraal stonden.

- Holotropic breathing -
In dat verband volgde ik een cursus ‘holotropic breathing’ bij Stanislav en Christina Grof. Stanislav vertelde ons dat hem in 1956 als beginnend psychiater door een medische firma gevraagd was om bij zijn patiënten te experimenteren met het toen pas ontwikkelde LSD. Hij ontdekte in deze experimenten dat mensen onder invloed van LSD diepgaande onverwerkte trauma’s rond hun geboorte onder ogen durfden zien en loslaten. Toen LSD in California in 1965 verboden werd, ging Stanislav samen met Christina experimenteren met een indringende rebirthingmethode waarin urenlang intensief ademen, gecombineerd met focused bodywork en evocatieve muziek de verboden LSD zou vervangen. Ik raakte gefascineerd door holotropic breathing en gebruikte deze methode ook binnen mijn cursussen en opleidingen. Het bracht veel inzicht en diepgang bij mezelf en de deelnemers.
Hans had uiteraard ook de boeken van Grof gelezen. Maar Hans zou Hans niet geweest zijn als hij zich braaf beperkt zou hebben tot de holotropic ademmethode. In een combinatie van holotropic breathing en LSD volgde Hans ook hier weer zijn eigen rebelse pad, dwars tegen alle regels en taboes in. Want de vraag in verband met het verbod was natuurlijk: waarom wel alcohol en niet LSD? Ze kunnen beide tot misbruik en verslaving leiden.

- Santo Daime -
Na vele jaren kwamen Hans en ik elkaar in 2010 opnieuw tegen. Via de telefoon en e-mails hadden we als vrienden van weleer opnieuw contact met elkaar. Als hij voor de eerste keer bij mij op bezoek komt, hebben we elkaar veel te vertellen. En dan gebeurt het dat hij plotseling een Braziliaans religieus liedje begint te zingen. Ik ben eventjes verrast. Ik ken Hans zo niet als spirituele troubadour. Het is wel mooi om hem vol overgave te horen zingen.
Later kijk ik op internet naar video-opnames van enkele Santo Daime diensten. Ik zie smetteloos wit geklede mannen en vrouwen die urenlang Braziliaanse religieuze liederen zingen en het bewustzijnsverruimende ayahuasca drinken.
Ik moet wennen aan deze kerkdienst. Komt het doordat ik vroeger als priester teveel vrome liedjes heb gezongen? De gezangen over de maagd Maria en het bidden van de rozenkrans had ik als oecumenisch katholiek al heel lang geleden losgelaten. In de Santo Daime kerk leek het allemaal terug te komen, maar nu in het Portugees. Die andere taal riep bij mij overigens wel een vertrouwde mystieke sfeer op zoals ik die vroeger in de Latijnse hoogmis met Gregoriaans, kaarsen en wierook had ervaren.
De katholieke kerk beoogt in de sacramenten het onzegbare mysterie van leven, liefde en dood te vieren. Alleen is het oorspronkelijke vuur van de eerste christenen veelal uitgedoofd. God is woord geworden, theologie, moraal en de van oorsprong symboolrijke liturgie werd een rigide ritueel waarin de priester een allesoverheersende rol speelde. Hij was bij voorbeeld de enige die van de wijn dronk. Er is in de loop der eeuwen in allerlei opzichten te veel water bij de klare (mis)wijn gedaan.
De Santo Daime kwam op mij over als een wonderlijke mengeling van magisch sjamanisme en devotioneel Braziliaans katholicisme. Hans' beschrijving in dit boek maakt duidelijk hoe krachtig Santo Daime mensen met hun goddelijke natuur in contact kan brengen. Maar een kerk die een ‘hallucinerende’ drank als sacrament gebruikt is voor traditioneel geconditioneerde christenen gevaarlijk. Hans komt als pionier van deze ‘drugskerk’ dan ook niet voor niets met de autoriteiten in conflict, inclusief een politie-inval tijdens een dienst en drie dagen opsluiting in de cel. ‘Living dangerously’ blijft een riskante onderneming...
“Gevaarlijk leven betekent: als er alternatieven zijn, kies dan niet voor het conventionele, het comfortabele, het gerespecteerde, het maatschappelijk geaccepteerde, het eervolle. Kies voor datgene wat een belletje doet rinkelen in je hart. Kies voor wat je zou willen doen ondanks de consequenties. Een lafaard denkt aan consequenties. ‘Als ik dit of dat doe, wat zijn dan de consequenties? Wat levert het me op?”
Dit citaat van Osho komt uit een van zijn lezingen in het orthodox christelijke Amerika. Zijn vroegere bekentenis aan Laxmi ‘I love the danger’ wordt navrante werkelijkheid als hij na enkele jaren in 1985 zonder arrestatiebevel wordt opgepakt, geboeid en na zeven dagen in vijf gevangenissen als een gevaarlijke terrorist het land wordt uitgezet. Bij een wereldtournee die hij daarna onderneemt wordt hem in veel landen al op het vliegveld de toegang geweigerd. Als hij op Kreta toch een toeristenvisum krijgt, dreigen de orthodoxe priesters bij de Griekse regering dat er bloed gaat vloeien als hij niet het land wordt uitgezet. Zijn lezingen in de beslotenheid van een landhuis zouden een gevaar zijn voor de jeugd. Op brute wijze wordt Osho vervolgens door de politie van zijn bed gelicht en op het vliegtuig gezet. Met zijn roerige Amerikaans avontuur en zijn turbulente wereldtournee stelde Osho de illusies over het zogenaamde ‘vrije’ westen ondubbelzinnig aan de kaak. De Amerikaanse schrijver Tom Robbins noemde hem ‘de gevaarlijkste man sinds Jezus Christus’.

- Zorba de Boeddha -
We beseffen nog maar nauwelijks hoe gevaarlijk Osho is met zijn proclamatie van de nieuwe mens Zorba de Boeddha. Zorba staat voor de aardse intense levensgenieter en Boeddha voor het transcendente, de stille getuige, de essentie. Ik merk bij mezelf hoezeer mijn schuchtere Zorba worstelt met mijn sluimerende innerlijke Boeddha.
In een heel heftige periode beschrijft Hans zijn innerlijke worstelingen als een angst om krankzinnig te worden. Wie herkent het niet. Dan is het een voorrecht als je een zenmeester of sjamaan tegenkomt die als ervaringsdeskundige alle streken en valkuilen van de menselijke psyche kent en je laat zien, hoe je uit je innerlijke spirituele verwarring kunt komen.
In de moderne maatschappij bestaat een keur van therapeutische en spirituele methoden om af te kikken van verslavende programma’s waaronder we gebukt gaan. Dat loslaten is een pijnlijke aangelegenheid omdat we helemaal vergroeid zijn met deze oude programma’s. Via allerlei therapieen kunnen we onze inperkende programma’s analyseren (Freud), beheersen (gedragstherapie), leren te accepteren (spirituele therapie). Maar als we uitge-therapiet zijn of eindelijk deze droompartner met een vette bankrekening hebben ontmoet, een droomgezin hebben gesticht, een schitterende baan hebben gevonden, blijft op een heel diep niveau het gevoel; ‘Is that all there is’?
De wezenlijke vraag onder onze rusteloze zoektocht naar totaal vervullende happinezz blijft : ‘Wie ben ik ?’ Het antwoord op deze zenkoan kunnen we nooit met onze mind oplossen.
Hier bevinden we ons op de grens van alle vormen van therapie, psychologie, filosofie, levensbeschouwingen, religies. Ze kunnen uitstekende diensten bewijzen als manieren om tegen de spoken en duistere krachten van de mind te vechten en onze Zorba meer en meer tot leven te brengen. Maar zonder de ontdekking van onze innerlijke Essentie, onze Boeddha, de stille Getuige, blijven we gevangen binnen het bewolkte gebied van de mind.
Het inzicht dat we niet de wolken zijn, maar de blauwe lucht danken we aan verlichte meesters zoals Boeddha, Laotse, Jezus, Osho, Krishnamurti, Gurdjeff die op hun eigen wijze duidelijk maken: je bent niet je negatieve deelpersoonlijkheden, je bent niet je positieve deelpersoonlijkheden, je bent niet je mind, je bent niet dit toevallige lichaam, je bent niet de computer van je mind met zijn vele programma’s. Je kunt je lichaam en je mind gebruiken als prachtige en handige instrumenten in het leven van alledag. Maar je bent niet deze instrumenten. Gebruik je hersens, maar je bent ze niet. Je Essentie, je eindeloze bewustzijn, je goddelijkheid stijgt uit boven alle mind programma’s, maskers, deelpersoonlijkheden, lichaamsgevoelens, emoties, ziekten, angsten voor de dood.

Witness that you are not the body
Witness that you are not the mind
Witness that you are not the astral or the subtle bodies
Witness that you are only the witness and nothing else
This is your purest consciousness

Het zijn zinnen die Osho gedurende zijn laatste levensjaar avond aan avond letterlijk herhaalde.
En of dit in ons allen sluimerende pure getuige-bewustzijn nu wakker wordt via yoga, zen meditatie, sjamanisme, Santo Daim, Moeder Amma, Tantra, of Tao is een kwestie van welk belletje in ons hart rinkelt en ons het meest lokt.

- Ieder zijn pad -
Het pad van Hans is anders dan dat van iedere andere lezer. Elk mens moet uiteindelijk zelf in het ‘alleen zijn’ het ‘EEN zijn met Al ’ ontdekken. We worden alleen geboren en sterven ook weer alleen. We zoeken allerlei afleidingen om deze voor onze mind gevaarlijke waarheid maar niet onder ogen te zien. Maar de mysterieuze hogere Intelligentie van het Bestaan brengt ons op onverklaarbare wijze steeds weer in situaties die ons dwingen om wakker te worden en ons bewust te zijn van onze hogere bestemming. En of je die nu christusbewustzijn of boeddhabewustzijn noemt, het is maar een naam. No-mind gaat alle begrip, alle theorie, alle bedenksels, alle systemen te boven.
Blijft een feit dat het wakker worden uit de dromen van de mind een levensgevaarlijke aangelegenheid is. Een scheiding, een gedwongen ontslag, een bedrijf dat ons boven het hoofd groeit, een ongeneeslijke ziekte,... de hoofdpersoon van dit boek heeft het allemaal meegemaakt. Met alle innerlijke gevechten en valkuilen van dien, maar ook met de intense gelukzaligheid die ‘totaal leven’ brengt. Zijn ‘living dangerously’ inspireerde ook andere mensen om riskante en tegelijk uitdagende avonturen aan te gaan inzake psychiatrie, verslavingszorg, communaal wonen/werken, zelfontplooiing, religie, gebed, meditatie.
Hans, bedankt dat je jouw intensieve zoektocht en ervaringen met ons wilt delen.