Home - Inhoud - Noordzee (volg.) - Fout (terug) - Archief - red.
REIS NAAR CHARTRES
09-10
24 oktober

INTERACTIE:

Bijdragen voor de COLUMN-ruimte zijn via redactie in te zenden. Graag ondertekening met e-mailadres. Ook een fotootje behoort tot de mogelijkheden. Een sleutelwoord of kopje is handig. Plaatsing kan op zich laten wachten door technische problemen, afwezigheid van de muze, vakantie e.d.

ONDERWERPEN:

De columnruimte is vrij. Het kan een persoonlijke oprisping, recensie, mailwisseling, oproep of iets anders zijn. Er geldt in principe een maximum van duizend woorden, maar uitzonderingen zijn mogelijk. Eventueel wordt over de vorm ge-emaild.
Hans Bogers kampt met meerdere gezondheidsproblemen, maar heeft de pen hervonden. Zie eerdere bijdragen aan nieuw-dennendal.nl, zoals Van Superman naar Hinkelpinkel en Interview. In een eerder leven was hij zwakzinnengwerker, verslavingstherapeut, neosannyasin, horecauitbater en Santo Daimekerkleider. Hij schreef onder meer voor BRES, tijdschrift voor een bezield bestaan, en leverde bijdragen aan diverse boeken, zoals De Psychedelische (R)evolutie en Psychedelische perspectieven.
Hans Bogers
(dubbelklikken geeft
mei 1974)
SOMMIGEN REIZEN OM TE VERGETEN, ANDEREN OM TE ERVAREN
Door Hans Bogers


Mijn bezoek aan de Franse plaats Chartres, 80 kilometer ten zuidwesten van Parijs was niet het eerste aan de oude kathedraalstad. Vóór mijn hersenbloeding in 2004 was ik hier ook al eens geweest. Ik was benieuwd wat ik mij hiervan nog zou kunnen herinneren. Ditmaal bevond ik mij in gezelschap van mijn vrouw Nisha en maakte gebruik van de mogelijkheid om tijdens ons verblijf deel te nemen aan een excursie die de Leidse Hoge School (LHS) aan haar studenten had aangeboden. Nisha is afgestudeerd aan de kunstzinnige therapieafdeling van de LHS, een studie op antroposofische grondslag.
De begeleidende docent van de excursie, de filosoof Harry Salman, doet onderzoek naar nieuwe vormen van spiritualiteit. Hij publiceerde daarover verschillende boeken en schreef over Chartres een brochure genaamd: ´Het Geheim van Chartres'. Salman organiseert jaarlijks groepsreizen naar de stad.
Chartres is een oude bedevaartsplek waar pelgrims al sinds Keltische tijden naar toe reizen. De plaats ligt ondermeer aan een van de vele routes naar het bekende bedevaartsoord Santiago de Compostella.
Bovenal was -en is- Chartres een van de heilige plaatsen voor lichamelijke en psychische transformatie, een proces dat wordt geïntensiveerd door de daar aanwezige energetische krachten van de aarde en de kosmos. Wie er de tijd voor neemt en zich ervoor openstelt kan, aldus Salman, op geheel eigen wijze toegang verkrijgen tot het 'geheim van Chartres': de geboorte van een nieuwe mens.

Eeuwenlang krachtplaats
De Romeinse veldheer Julius Caesar schreef al in 53 voor Christus dat druïden jaarlijks in het centrum van Gallië bijeenkwamen, bijvoorbeeld om geschillen tussen stammen of individuën op te lossen. Er zijn goede redenen om aan te nemen dat Chartres zo'n plek van samenkomst was. Caesar’s vermelding had te maken met een grote, tegen de Romeinen gerichte, opstand van inheemse volken.
Waarschijnlijk werd de heuvel van Chartres in de megalithische tijd (4800 - 1600 v. christus) gebruikt voor astronomische waarnemingen. Een andere veronderstelling is dat op de heuvel een of meer rechtopstaande stenen (menhirs) stonden. In de omgeving zijn dergelijke stenen nog veel te vinden. Hun functie is niet wetenschappelijk aangetoond, maar aangenomen wordt dat zij als antennes energetische stromen opvangen en uitzenden. Mogelijk was rond Chartres sprake van een groot netwerk van menhirs, mede aangelegd om de vruchtbaarheid van de aarde te bevorderen.
In Chartres bevindt zich ook een waterput, waarvan het metselwerk dateert uit de eerste eeuwen van onze jaartelling. Het water uit de put gold in de middeleeuwen als geneeskrachtig en werd door zieken en pelgrims gedronken.

De kathedraalschool
In de mysterieplaatsen van de druïden werd uitvoerig onderzoek gedaan naar de geheimen van de natuur. Maar de eerste schriftelijke bronnen van universele wijsheid die direct van belang waren voor onze westerse wereld vinden we elders, in Egypte en Zuid-Europa.
De bakermat van de westerse filosofie is natuurlijk Griekenland, waar in de 6de eeuw v. Chr. al werd 'gefilosofeerd', dat wil zeggen: er werden door de presocratici vragen gesteld naar kernwaarden van ons bestaan en het 'ik': waarom ben ik hier op deze aarde, waartoe ben ik hier?
In de Griekse stadstaten ontstonden in de 4de eeuw v. Chr. twee grote filosofische stromingen, de scholen van Plato en Aristoteles. Plato richtte de aandacht op de geestelijke wereld achter de zintuiglijke werkelijkheid. Aristoteles bestudeerde de zintuiglijk waarneembare wereld en legde de nadruk op de ontwikkeling van het denken in heldere begrippen. Uit hun scholen zijn het Platonisme, dat een mystieke inslag heeft, en het meer wetenschappelijke Aristotelisme voortgekomen.
De ondergang van het Romeinse Rijk in het begin van onze jaartelling ging gepaard met het teloorgaan van veel van de beschaving van de Klassieke Oudheid. De weinige scholen die overleefden grepen terug naar teksten uit het oude Rome, zoals die van de zogenaamde Zeven Vrije Kunsten, waarin de basiskennis van de Oudheid was samengevat. Die scholen hadden een sterk christelijke inslag. Het christendom, dat zijn kracht ontleende aan zijn exclusieve karakter en sterke wereldlijke organisatie, zou immers in de leemte stappen die na de val van het Romeinse Rijk ontstond. De kathedraalschool van Chartres was zo'n voorbeeld van een christelijk geïnspireerde mysterieschool.

De Vrije Kunsten
Het lesprogramma van de school leunde deels nog sterk op disciplines die in de Oudheid waren ontwikkeld. De Zeven Vrije Kunsten werden aangevuld met geneeskunde, architectuur en theologie. De zeven programma's omvatten drie vakken die gericht waren op het woord: schrijven, denken en spreken, te weten grammatica, dialectica of logica en retorica. Daarnaast waren er vier vakken waarin de mathematische orde van de wereld werd onderwezen: de rekenkunde, de geometrie, de muziek en de astronomie. De onderwijsfilosofie was die van het Platonisme (uiteraard wel op christelijk theologische basis). Het ging in deze vakken niet om het ontwikkelen van intellectuele vaardigheden, maar om het verkrijgen van toegang tot de geheimen van de mens en de kosmos via het geloof in 'de gekruisigde, de kracht en de wijsheid Gods' (Paulus: 1 Kor. 1:20-27).
Op deze scholingsweg werkte de student -uiteraard veelal monnik of non in een kloosterorde- aan zijn/haar eigen inwijding. De school in Chartres zag deze scholingsweg als een bijdrage aan het herstel van de oorspronkelijke natuur van de mens, die –het christelijke element!- door de zondeval verloren was gegaan. Dat de school breed was georiënteerd moge hieruit blijken dat ze als een van de eerste in Europa ook Arabische bronnen bestudeerde.
De huidige kathedraal werd gebouwd tussen 1194 en circa 1220, maar de heuvel waarop hij staat droeg eerdere zeker zes kerken. Zo werd in 850 op de plek al een kerk door de Noormannen vernietigd. Een brand die in 1194 in Chartres woedde, legde ook het toenmalige kerkgebouw grotendeels in de as en gaf de stoot tot de bouw van de huidige gothische kathedraal.
De kathedraal dankt haar faam vooral aan haar gebrandschilderde ramen, waardoor de gloed van 'het blauwe Chartreslicht' schijnt. Ze wordt wel gerekend tot de niet-klassieke wereldwonderen. De beroemdste reliek van de kathedraal is een kleed, de Sancta Camisa, dat gedragen zou zijn door de maagd Maria. Dit werd in 876 door Karel de Kale, kleinzoon van Karel de Grote, aan de kerk geschonken. Goethe zei hierover: 'Alsof het eeuwig-vrouwelijke in Chartres in steeds wisselende gedaanten vereerd werd.' De wade van Maria bleef bij de brand van 1194 gespaard.

Terugkeer van de Platonici
Velen herkenden in de loop der geschiedenis de kathedraal als een universeel portaal tot transformatie. Zo ook aanhangers van de op christelijke grondslag opererende antroposofie. Rudolf Steiner (1861-1925) sprak in de zomer van 1924 voor het eerst over de school van Chartres. Hij wees er toen op dat op astraal niveau -de antroposofie bedient zich om esoterische redenen graag van hiërarchische modellen, zoals het christendom spreekt van 'gelovigen', 'doop', 'leven na de dood', 'opstanding' enzovoort, maar baseert zich uiteraard in de kern op het Ene of het Zijnde- een ontmoeting had plaatsgevonden tussen de stromingen van Plato en Aristoteles. Afgesproken werd dat deze stromingen, die elkaar steeds hadden afgewisseld, aan het einde van de 20ste eeuw intensief zouden gaan samenwerken. Leerlingen van Steiner zouden in de tweede helft van de eeuw op aarde terugkeren om met alumni van de school van Chartres aan verdere spiritualisering van de mens te werken.
Het Chartres van de moderne tijd is niet meer een druïdeheiligdom, een filosofische school of een gotische kathedraal, maar een plaats waar een levend spiritueel denken en nieuwe vaardigheden worden ontwikkeld, waar mensen zoeken naar grotere samenhangen en morele vragen stellen, waar ecologische actiegroepen actief zijn, waar kunstenaars de creatieve vermogens van anderen helpen ontwikkelen, waar therapeuten mensen helpen hun problemen op te lossen, en waar mensen met elkaar nieuwe gemeenschappen opzetten. Het gaat hierbij niet om 'grote ingewijden', 'filosofen' of 'bouwmeesters' in de geest van de Vrijmetselarij, maar om mensen die in zichzelf nieuwe vermogens ontdekken en ontwikkelen, en die simpelweg in staat zijn anderen te helpen.

Het labyrint
In de late middeleeuwen trokken de pelgrims zingend (en misschien ook wel dansend) de kerk binnen om direct via een trap af te dalen in de benedenkerk, voor een bezoek aan de kapel van de onderaardse Madonna. In de bovenkerk gingen zij vervolgens het uit 1205 daterende labyrint binnen. Dit werd gezien als een symbolische weg door het leven naar Jeruzalem. Deze weg is 261,5 m lang en werd op een bepaalde wijze gedanst, ook door de priesters.
De idee van het labyrint is afkomstig van de Noormannen, die in de vroege middeleeuwen, sinds de 9de eeuw, de West-Franse kusten belaagden en onder andere het huidige Bretagne binnenvielen. Het 'design' van het doolhof werd in Franse kerken geïncorporeerd. (Ook de kathedraal van Reims heeft een labyrint, daterend uit 1286.)
Volgens Salman is het labyrint een afbeelding van de kosmos en werd het gebruikt bij inwijdingen. Wie er binnenging maakte een reis door de planetensferen. Het bereiken van het centrum maakte de mens bewust van zijn incarnatieproces en wekte zijn 'ik'. Het lopen van het labyrint kan leiden tot een nieuw of sterker bewustzijn van het eigen leven en van de kracht van het 'ik' (mij, zelf) die nodig is om in het eigen centrum te staan.

Het lopen van het labyrint
Het lopen van het labyrint is een speciale ervaring. Tijdens de dagelijkse kerkroutine is het labyrint niet zichtbaar, omdat er stoelen op de vloer van de kapel staan. Eénmaal per week worden de stoelen verwijderd en stromen honderden belangstellenden van alle windstreken en nationaliteiten samen om in stilte de rondgang te maken. Sommigen dragen een kaarsje om kracht en genezing voor een dierbare te vragen.
Voor mij was het een intense ervaring om tussen de muren van de oude kathedraal langzaam een ronde te lopen. Veel herinneringen aan gebeurtenissen uit het verleden kwamen spontaan boven. Het geheel leek wel een meditatieve oefening waarbij flarden verleden zich aandienden. Goede voornemens waren in deze bijzondere sfeer vanzelfsprekend. Vrede op aarde in de harten van alle mensen leek zo voor de hand te liggen dat het vreemd was om even later weer tussen luid toeterende auto’s te staan.

Persoonlijke ervaringen
Zoals boven vermeld was dit niet mijn eerste bezoek aan Chartres. Toen wij door het glooiende Franse landschap vanuit de auto de imposante torens van de kathedraal zagen opdoemen was mijn geheugen volkomen blanco. Ook toen wij door de smalle staten van de stad wandelden was er geen herkenning. Desondanks was er een prettig gevoel van welkom toen wij de groep van Salman ontmoetten. We bezochten samen een café, dronken koffie en aten croissants terwijl Salman vragen beantwoordde. Ik voelde mij volledig in de groep opgenomen.
De reis was gezien mijn conditie een avontuur. Omdat ik voor de ziekte van Parkinson een medicijnpomp aan mijn lichaam heb, dien ik de nodige verpleegkundige handelingen, zoals wondverzorging, te verrichten. Thuis staat alles op zijn bekende plaats, maar met iedere hotelkamer was ook de routine weer anders. Op de medicijnpomp moet ik dagelijks een nieuwe medicijncassette aansluiten, die permanent gekoeld moet blijven. Daardoor behoort een koelkastje tot onze standaard reisuitrusting. Nadat de pomp aangekoppeld is moet ik een uur in bed blijven liggen zodat de medicatie goed aanslaat. Als ik dan ga douchen moet de pomp weer afgekoppeld worden, zodat enige uren zijn verstreken voordat ik voor derden toonbaar ben.
Het voordeel van deze methode van medicatietoediening is dat de medicijnen via een sonde rechtstreeks in de dunne darm worden ingebracht. Hierdoor wordt de maag gespaard. Voorheen nam ik orale medicijnen, maar door het progressieve karakter van Parkinson is ook de spijsvertering in de loop der tijd minder dan bij gezonde mensen. Dankzij de medicijnpomp ben ik verlost van de opnamefluctuaties die ik bij orale medicatie nog wel ondervond. Het verschil: 'Van een rondspringende Skippybal ben ik veranderd in een tractor die door zware klei ploegt.'
Ondanks alle lichamelijke problemen ben ik bijzonder dankbaar dat ik de reis heb kunnen maken.

Literatuur,
Het Geheim van Chartres, Wegwijzer 4. ABC Antroposofie, 2004, Assen, dr. Harry Salman
Michael Ladwein, Chartres, complete gids voor de kathedraal, 2000, Amsterdam, Indigo