-------------------- (logo van de krant uit '73) ------------------
Home - Inhoud - db-india-1 - db-india-3 - redactie
OM MANI PADME HUM, REIZEN IN DE HIMALAYA-II
'voor alle 'chaishophouders', 'bellboys' en 'guesthousesweepers'

DAGBOEK
INDIA-II
(30/03/05 -
13/04/05)

Het DAGBOEK-INDIA is opgesplitst in drie delen:
1. DAGBOEK-INDIA-I: New Delhi en McLeodganj (periode van 11/3 t/m 30/3),
2. DAGBOEK-INDIA-II: Bir en Manali (periode 30/3 t/m 13/4),
3. DAGBOEK-INDIA-II: Rishikesh en New Delhi (periode 13/4 t/m 30/4).

DAGBOEK-INDIA: Bir (1) - 02-04-05

Derde dag in Bir. We beginnen ons hier thuis te voelen, hoewel we meer in cafe Emano zitten, in gezelschap van een internationale groep paragliders, dan in het klooster. Vandaag zijn we met twee Italianen, een Brit, een Rus en een Zwitser naar Biling geweest, op 2.400 meter hoogte het afspringpunt van de thermiekzwevers.
We gingen met z'n allen in een jeep omhoog, over de slechtste en riskantste weg waar ik ooit over heb gereden. Zij sprongen af en wij gingen te voet terug naar het dorp, een afdaling van ongeveer duizend meter die ons vier uur kostte.
Op de top van de berg zat een groepje in rood gehulde Tibetanen met een jongetje van een jaar of drie onder een aantal kleurige paraplu's. Het jongetje bleek een 'tulku', een reincarnatie van een verlichte. Het was een aardig kereltje, tot hij steentjes naar ons begon te gooien. Volgens een van de aanwezigen was het een 'blessing' (een zegening), en zou het gebaar hetzelfde zijn als het gooien met rijstkorrels. Een van de Tibetaanse verzorgers, allen mannen uiteraard, nam het jochie wel prompt mee op een lange wandeling.


tulku met bedienden


paragliderjump: los

Terug in het klooster klonken toeters en hoorns. Afgezien van veel geglimlach en geknik blijft het contact met de grotendeels jeugdige monniken nog beperkt. Ze lijken volledig op te gaan in hun eigen bezigheden: op het eerste gezicht een mengeling van gebedsoefeningen, gokspelletjes en veel rondhangen met mobieltjes. Mede door de gebrekkige communicatie - de beheersing van het Engels is van de meeste monniken zeer beperkt - gaat het kloostergebeuren grotendeels aan ons voorbij.
Wel heb ik gisteren een serie mooie foto’s gemaakt van de keuken, het restaurant, de gebouwen, het cricketveld, de stupa’s, monniken, arbeidende Indiers - die het vuile werk lijken te doen - en Tibetaanse leken.


Bir: monastery (gompa)


cricket is alom in Inda


pleintje tussen kloostergebouwen


de keuken van de gompa

Ook horen we natuurlijk wel het een en ander. Vorige week heeft in Lhasa de oudste dochter van Dudjon Rinpoche haar ‘rainbowbody’ bereikt. Na haar overlijden ging haar stoffelijk omhulsel over in lichtflitsen lijkend op regenbogen. Er resteerden alleen wat nagels en haar.
De orde van het klooster waar we verblijven is Nyingma. De Dalai Lama behoort tot de Gelukpa’s, de twee andere ordes zijn Sakya en Kagya. De in Nederland bekende Sogyal Rinpoche die in Zuid-Frankrijk het Lerab Ling-centrum heft, is gelieerd aan de Nyingma en is hier vaak te gast.
Bekende lama’s wonen hier in villa’s waar menig Gooise omroepbaas jaloers op zou worden. De elite onder de Tibetanen zit er warmpjes bij, onder meer door geldstromen uit Taiwan en forse donaties van westerse boeddhisten.
Dat de Tibetanen het werven van sponsorgelden tot kunst hebben verheven, moge ook blijken uit het gloednieuwe, enorme Chökyi Lödrö Shedra-complex in Chowntra, een kleine 20 kilometer ten oosten van Bir. Het complex kan zo'n duizend monniken huisvesten.



jeugdige monniken stromen uit tempel


groepsgewijze koan-oefening

Met de darmen gaat het voorspoedig, tot mails,
Hans

DAGBOEK-INDIA: Bir (2) - 05-04-05
Vanmiddag via Sherab Ling, een ander Tibetaans klooster, naar Baijsnath gelopen. Het pad ging door bossen en velden die rechtstreeks ontleend leken aan de Mahabaratha of andere epische Indiase literatuur. Koeien, geiten, schapen, herders, vrouwen in sari-gewaad, lemen hutten. In de dorpen wordt nog aan weefgetouwen geweven, kleermakers doen het deels nog met handnaaimachines.


Sherab-Ling: stupa


Sherab-Ling: gompa


weefgetouw, Bir-dorp


kleermaker, Bir-dorp
Het oogt allemaal zo onwaarschijnlijk mooi, tegen de achtergrond van de Himalaya, dat het bijna pijn aan de ogen doet. De werkelijkheid erachter is echter vaak schrijnend.
De Tibetaanse vrouw van de eigenaar van het guesthouse probeert naar Nederland te komen, om daar in een halfjaar rijk te worden. ( Ze vertaalt euro's in roepies, en denkt dan ongelofelijk veel te verdienen; ze vergeet dat je in Nederland geen onkosten hebt in roepies maar in euro's.)


bedelares in Bir (Tibetan colony)


Ze drijft het guesthouse met behulp van Indiase jongens die uit Bihar - de armste staat in India - zijn gehaald en ergens op de overloop op een matrasje slapen. De jongens doen alles, zijn de godganse dag in de weer met koken, bedienen enzovoort, en verdienen, naast kost en inwoning, zoiets als 500 roepies per maand ( zo'n 10 euro ).
Als ze een paar jaar in het guesthouse hebben gewerkt, worden ze teruggestuurd naar Bihar en vervangen door nieuwe. ( Daarbij is het dan de vraag of dit asociaal is, want in Bihar hebben kinderen uit de armste milieus bepaald geen rooskleurig bestaan. )


chaishophouder Bir


chaishophoudster, Bir
We blijven nog enkele dagen in Bir en reizen dan door naar Manali, ietsje verder en hoger in de Himalaya. Het is een oude hippiekolonie en het moet er prachtig zijn. Manali is ook aantrekkelijk vanwege de temperatuur. Het ligt iets hoger dan Bir, dat overdag al behoorlijk warm/heet begint te worden.
Binnenkort meer, groet,
Hans

DAGBOEK-INDIA: Manali, Old Manali en Vashisht (1) - 07-04-05

We nemen een taxi van Bir naar Manali voor 1500 Rs (ongeveer 30 euro). We zagen op tegen opnieuw een tocht in een gammele lokale bus en er reed geen Deluxe- of Volvobus van Bir naar Manali.
De chauffeur is blij met z'n vrachtje en rijdt ons in vijf uur via plaatsen als Jogindernagar, Urla, Paddar, Kunnu, Drang, Mandi, Kullu, Patlikuh en Kalat naar Manali. We maken een tussenstop in Mandi, waar we thee drinken in het in een kom gelegen, 'ondergrondse' winkelcentrum.
Mandi ligt bij Lake Rewalsar, een boeddhistisch bedevaartsoord, omdat Padmasambhava daar in de achtste eeuw vandaan is vertrokken naar Tibet, waar hij het boeddhisme bracht. Er liggen interessante tempels in de omgeving, maar wij reizen door en bezoeken alleen het winkelcentrum. Het is een beetje bewolkt en er vallen zowaar een paar druppels.
De chauffeur wijst ons op verschillende voor ons mogelijk belangrijke zaken, zoals het busstation. Voor we het centrum van Mandi inrijden steken we de rivier Beas over. Daarvoor moeten we een nauwe poort doorrijden die vermoedelijk dateert uit de Britse koloniale tijd. Ondanks de smalle straatjes kunnen we verbazingwekkend makkelijk het centrum inrijden. Indiase steden hebben nog niet zo'n overlast van autoverkeer als die in het Westen. (Maar hoe lang nog?)
Na Mandi stoppen we nog twee keer: eenmaal bij een hindoetempel waar de chauffeur even binnen wipt, en eenmaal om nog eens thee te drinken. De weg slingert na Mandi door het Kulludal, een tamelijk nauwe vallei, die af en toe uitdijdt in de breedte, met gaarden vol appelbomen.
Naast Mandi is de enige andere grote stad onderweg Kullu, waar we ons door een zeer nauwe straat heen moeten wurmen. De huizen aan weerszijden raken elkaar bijna. Tóch lukt het op een of andere manier. Kullu is het centrum van de shawlindustrie en de vallei was in de jaren '70 een centrum van hasjtoerisme. De legende luidde dat je er door de wietvelden kon lopen, je handen uitsteken, en daarna maar je handpalmen tegen elkaar hoefde te wrijven om hasj te krijgen.


shophouder (Vashisht)


veranda met koeien (Vashisht)


wasvrouwen (Vashist)


idem

Manali lijkt wat groter en commerciëler dan McLeodganj. Het ligt op 2000 meter en het is er ook kouder. Opvallend zijn de stroomstoringen - na onze aankomst tweemaal in zes uur tijd -, de Kullushawls, Kullupetjes en heel veel shops, rickshaws en bussen. Ook hangen er in vergelijking met Bir en Dharamsala veel mensen rond die proberen op een rickshaw of met straathandel iets te verdienen. Het is duidelijk dat het toerisme veel werklozen aantrekt die proberen in Manali aan de kost te komen.
De eerste nacht brengen we door in hotel Himkaks (350 Rs voor een double), maar dat houdt niet over. Het ligt in het centrum en is nogal ingebouwd en lawaaiig. Ook is het er niet écht schoon, om niet te zeggen groezelig. Op het einde van de middag brengen we nog snel met een riksja een bezoekje aan Old Manali, een dorp met traditionele houten Himalaya-huizen dat boven het later gebouwde Manali ligt. Het dorp is bijna geheel vergeven van backpackertoerisme, met tal van bakery's, internetcafé's, guesthouses, shopjes enzovoort. Veel daarvan zijn echter nog niet open, omdat het seizoen nog niet écht is aangebroken. Tot mails,
Hans

DAGBOEK-INDIA: Manali, Old Manali en Vashisht - 2 08-04-05
`s Morgens om half elf ontbeten in Chopsticks, een Tibetaans restaurantje aan de Mall (hoofdstraat) naast restaurant Mount View waar we gisteravond hebben gegeten. Het oogt nét een beetje netter dan zijn concurrent. Andere aanwezigen zijn een viertal kennelijke stamgasten, ruig ogende westerlingen waarvan de tropenjaren in huid en haardos zijn ingeslagen.
We checken de Times of India op de koers, die op 56,4 Rs voor een euro staat. De ATM blijkt niet te vinden, dus we proberen enkele van de vele Moneychangers. De eerste twee willen niet meer dan 54 roepies geven, maar nummer drie heeft een bord achter z'n desk met als koers 55 roepies. De 56,4 roepies van de krant blijkt niet haalbaar. Er moet iets verdiend worden aan het wisselen.
We verlaten de Moneychanger met 8250 nieuwe roepies op zak en vallen in de bazaar prompt voor vier paar Manalisokken, fraai geborduurd en lekker warm. Ze komen 's nachts, wanneer de temperatuur tot onder nul daalt en we vier dekens over ons heen trekken, goed van pas. De andere twee paar zijn cadeautjes.
Tussen het ontbijt en de lunch zijn we naar het Tourist Hotel verhuist, dat een grotere en schonere kamer heeft dan Himkaks, hoewel geen televisie. Het kost ook 100 roepies minder, dus 250 roepies per nacht. Helaas is het Tourist Hotel, net als Himkaks, niet in het bezit van verwarming - zoals geen van de hotels in de lowbudget- of middenklasse.

´s Middags een wandeling gemaakt naar Old Manali. De houten woningen staan op een onderbouw van leem en balken, en zijn voorzien van fraai besneden balkons, een beetje als in Nepal. Het is het soort traditionele woning dat kenmerkend is voor de Himalaya. In de winter ligt het woongedeelte boven de sneeuw.
We drinken koffie bij café Shiva, waar we door de uitbater uitgenodigd worden op matrasjes in een afgescheiden rookruimte plaats te nemen, waar enkele jeugdige westerlingen giechelend ganja-sigaretjes blowen. We slaan het aanbod met enige pijn in het hart af.
's Avonds gegeten in het Khyber Hotel, met uitzicht op de Mall. Er ontstaat nogal wat opschudding over iemand die het hotel is uitgewerkt. De politie komt er aan te pas en er vallen klappen. Een van de obers, een jonge jongen, komt ons wel vier maal verzekeren dat ie het verschrikkelijk vindt en zich dood schaamt. We drinken een biertje uit een literfles, voor ons in deze vakantie een zeldzame uitspatting.
Tot mails,
hg.

DAGBOEK-INDIA:;Manali, Old Manali en Vashisht (3) - 09-04-05

Vanochtend opnieuw ontbeten in Chopsticks: omelet met koffie. Daarna in een autoriksja gestapt voor een bezoek aan Vashisht, ook al een bergdorpje dat deels overgenomen is door hippies en backpackers. Vashisht heeft dezelfde houten woningen als Old Manali, dat we gisteren bezochten. Ook is er een hot springs, waar mannen in het openbaar gezellig in bad gaan. Voor vrouwen is er een met doeken afgescheiden vertrekje. Het weer is niet zodanig dat we in verleiding komen, hoewel de temperatuur van het water gezien de dampen prettig moet zijn.


hotsprings in Vashisht


Vashisht-woning


woning met weefgetouw



huis met graanbundel voor geluk

We dwalen een beetje door het dorp en worden door een vrouw in kleurige, traditionele dracht uitgenodigd voor een bezoek aan haar woning.
Wij de schoenen uit, de trap op, en rond het warme houtkacheltje in een piepklein maar gezellig poppenhuisje thee drinken. Het is de eerste kachelwarmte in het koude Manali die ons te beurt valt en we genieten en relaxen. De gastvrouw toont zelfgeweven doeken, maar die zijn voor ons te zwaar om mee te nemen. Dan haalt ze uit de keuken zelfgebreide sokken, waarvan we er een paar kopen tegen 60 roepies (dezelfde prijs als op de markt). We zijn nu in bezit van vijf paar, dus koude voeten zullen we niet meer krijgen.
In de kamer hangen de bekende kleurige prenten van Shiva en andere hindoegoden. Op de televisie, die wordt aangezet door de zoon des huizes, spelen India en Pakistan cricket (Pakistan staat voor). Twee dochters komen giechelend binnen om bij het vertalen te helpen. Ze spreken beter Engels dan ma en zoon.


sokkenverkoopster met dochter

Na het bezoek aan het poppenhuisje eten we 'chowmien' (gebakken noodles) in een alternatief ogen restaurantje, met kleden op de vloer en joints rokende westerlingen en Indiërs. De inrichting van het vertrek doet sterk denken aan de jaren '60 en '70. Sommige klanten zien er bepaald wild uit. .

Gisteravond zijn we door de aimabele hotelmanager voorgelicht over het hindoeisme en de lokale historie. Het blijkt dat Manali genoemd is naar Manu, de legendarische eerste mens waaraan in Old Manali een tempel is gewijd. De naam Himalaya komt van Himalya, de vader van Parvati waarnaar een verderop gelegen vallei is genoemd.
Parvati was/is de echtgenote van Shiva, een van de drie hoofdgoden uit het rijtje Shiva, Vishnu, Brahma. (Ik dacht altijd dat Brahma de hoogste was, maar volgens de manager is dat Vishnu, die voor Eenheid staat. Shiva is de Vernietiger, Brahma de Schepper - geloof ik.) Parvati haalde zich het ongenoegen van Vishnu op de hals en werd door hem in stukken gesneden met de ring om zijn rechter middelvinger. Uit de stukken van haar lichaam ontstond India.
Maar, zo beklemtoonde de manager, het hindoeïsme is net als het christendom, het boeddhisme en andere wereldgodsdiensten geen afgoderij. Centraal staat het concept van de Ene God. De andere goden zijn niet meer dan opstapjes naar Hem.

Het blijft koud en regenachtig in Manali. We kijken jaloers naar de temperaturen in de lager gelegen gedeelten van de Himalaya en de vlakte van de grote steden (tussen de 30 en 40 graden). We zullen vermoedelijk maandag afdalen richting Rishikesh. Daarvoor moeten we met een bus naar Chandigar, en vervolgens daar overstappen. De afstand Manali - Chandigarh is niet meer dan 300 kilometer, maar de Deluxe bus doet er volgens de informatieservice tien uur over.
Tot mails,
hg.

DAGBOEK-INDIA: Manali, Old Manali en Vashisht (4) - 10-04-05
Bezoek gebracht aan de Hadimba-tempel in het Dhungri-bos, een parkachtig gebied grenzend aan Manali. Leuke sfeer. Veel Indische hindoes die kennelijk op zondag aan tempelbezoek doen. We worden aangeklampt door vrouwen met een konijn op de arm, die met ons voor wat roepies op de foto willen. We snappen er niets van en denken dat het iets met religie te maken heeft, maar het blijkt dat het konijn hier wordt geëerd vanwege de angorawol.
Verder worden we nogal dringend verzocht plaats te nemen op enkele gezadelde yaks, voor een ritje door het bos. Het doet ons denken aan het Amstelpark, waar kinderen pony rijden, en we zien er vanaf.
De tempel blijkt een pagodeachtig geheel, op een pleintje met veel Indiase toeristen en vrouwen in traditionele kleding. Ze zien er prachtig uit.


traditioneel geklede vrouwen


plein voor Dhungri-tempel


oude vrouw in tempelingang


processie


Achter de tempel is nóg een heiligdom: een boom waarin hertengeweien zijn gestoken. Over de geweien zijn linten en doeken gedrapeerd, en het gaat kennelijk om iets zeer sacraals. Vrouwen lopen diep in gebed om de boom heen. De natuur speelt een grote rol in het hindoeïsme.
Doorlopend komen we in een verrassend authentiek dorpje, waar gelukkig nu eens niets valt te merken van backpackertoerisme. We vallen met onze neus in een processie, compleet met trommels en een enorme hoorn.
Terug in Manali boeken we voor maandagmorgen, een busrit van zo'n tien uur naar Chandigarh. We zullen het Tourist Hotel met zijn manager en de cricket spelende jongetjes op het veld erachter missen, maar de temperaturen in Manali zijn ons te laag.
Als afscheid van Manali eten we nogmaals in Mount View, eggplant met plain rijst. We drinken black tea met ginger (gember). Vroeg op bed met het oog op het vroege opstaan (half zeven).
Tot mails,
hg.