Home - Inhoud - verslagen (terug) - Columnarchief - red.
BOEK INGE MANS

02-2016

10 OKT

Inge Mans schreef een boek over de gehandicaptenzorg. Een feest van herkenning voor iedereen die wel eens met mensen met een beperking of verstandelijk gehandicapten gewerkt heeft. En bijzonder informatief.
Het is verkrijgbaar via o.a. bol.com: Het Hart van de Zorg: idealen en praktijken in de verstandelijk gehandicaptenzorg bij de Hafakker(1960-2010)

Inge en Goof, tijdje terug
(dubbelklikken geeft vergroting)

Trudie en Inge, 2016
(dubbelklikken geeft vergroting)

(eigen cv)
Inge Mans en de Hafakker

Van 1973 tot 1980 studeerde ik psychologie in Utrecht. Ik eindigde als anti-psycholoog en besloot te gaan werken als groepsleidster bij de Hafakker. Daar, in die 'maatschappelijke vrijplaats' voelde ik mij volkomen thuis. Ruim twintig jaar heb ik er gewerkt en geleefd, gehuild en gelachen. Toen al wist ik: hierover wil ik een boek schrijven. Maar eerst dook ik in de geschiedenis van ‘geboren zotten’, onnozelen en zwakzinnigen door de eeuwen heen. Dankzij een gesubsidieerde baan bij het Trimbos-instituut kreeg ik de kans er een boek (en proefschrift) over te schrijven: Zin der zotheid, vijf eeuwen cultuur-geschiedenis van zotten, onnozelen en zwakzinnigen (Bert Bakker 1998).
Daarna begon het onderzoek naar de Hafakkergeschiedenis. Het werd wat je noemt een levenswerk en mijn schrijverspad ging bepaald niet over rozen. Pas na 18 jaar kon 'Het hart van de zorg' gepubliceerd worden. Overigens hield ik me al die jaren ook bezig met andere, belangrijker zaken dan geschiedschrijven. Als vrijwilliger bleef ik actief in de verstandelijk gehandicaptenzorg en als activist streed ik tegen de afbraak van de zorg en tegen het wanbeleid jegens vluchtelingen.
Kan een boek tot actie leiden? Ik hoor het graag.

(boekrecensie)
Inge Mans vertelt...

Inge Mans heeft een mooi boek geschreven over de geschiedenis van de Verdunning op de Hafakker, de inrichting annex woonwijk waar zij lange tijd als groepsleidster en vrijwilligster werkte, en altijd sterk aan verbonden is gebleven. Daarbij heeft zij vooral gebruik gemaakt van de interviews en verslagen die groepsleid(st)ers maakten, waardoor de 'pupillen' ('cliënten' moet je tegenwoordig zeggen) heel dichtbij komen. Het is een feest van herkenning. Inge had natuurlijk met andere mensen te maken dan er op Lorentz en op Dennendal rondliepen, maar toch komen de personen die zij schildert heel vertrouwd over. Lijkt Bas niet heel veel op P? en Joost niet op G?

Dat is de grote verdienste van het boek, en reden genoeg om het te bestellen. Maar er is meer, veel meer... Zo wordt er ook ruim aandacht besteed aan de diverse, cultuurhistorische omwentelingen in de 'Z'. Op de Hafakker ging de ontwikkeling van 'gesticht van de Broeders van Liefde' in de jaren '60, naar 'woongroepen' in de jaren '70, naar 'verdunde woonwijk' in de jaren '80, naar 'automatisering en professionalisering (inclusief draaiboek en zorgplan)' in de jaren '90, naar bureaucratisering en marktwerking in de 21ste eeuw. Het lijkt de gewone maatschappij wel.

De Hafakker bestond aanvankelijk uit Aloysius en Tarcisius, twee tehuizen voor in totaal zo'n honderd inrichtingsbewoners, verdeeld in min of meer zelfredzamen (Aloysius) en minder redzamen (Tarcisius). Ze maakten deel uit van de Sint Bavo in Noordwijkerhout. In eerste instantie waren het uitsluitend mannen en jongens, later ook vrouwen (altijd een minderheid). En altijd was er de bed- en urinelucht....

Mans schetst niet alleen een beeld van de bewoners, maar ook van groepsleiders en diverse stafleden, onder wie Kay Okma (directeur van 1971 - 1996). Het was vooral hun inzet die decennialang het schip van de verdunning, tot in de 21ste eeuw, op koers hield. Maar gezwalkt werd er wel, dat maakt Mans ook duidelijk.

Meestal is ze uitvoerig en nauwgezet, maar af en toe is ze wat kort door de bocht, zoals op pagina 90, waar wordt gezegd dat 'de conficten bij Dennendal in juli 1974 zover uit de hand liepen dat Carel Muller en ruim honderd groepsleiders ontslagen werden'. Beter zou hier zijn geweest: 'de conflicten bij Dennendal in januari 1974 zover uit de hand liepen dat Carel Muller - 17/18 januari - en ruim honderd groepsleiders - vanaf eind januari tot en met 3 juli - ontslagen werden'. Juist de geleidelijke, langzame liquidatie van de woon- en werkgemeenschap maakte haar zo schrijnend en onacceptabel.

Ook wordt bij Mans de ontruiming van Lorentz op 3 juli 1974 uitgevoerd door een 'Militaire Eenheid'. In werkelijkheid waren het twaalf overvalwagens en een bus, met ruim honderd koddebeiers uit Zeist en omgeving, onder leiding van korpschef Van Duyvenbode - zie Rosenthal: 344.

Verder is op pagina 136 sprake van 'Dominee Martin Luther' - ik neem aan dat hier bedoeld wordt 'Martin Luther King'.

Mans laat van alles aan bod komen, zoals de positie van de groepsleiding tegenover de ouders, het 'gezinsmodel' versus het 'relatiemodel' enzovoort. Uiteindelijk bleef juridisch veel ongeregeld en bleef de curator officieel, wettelijk, de eindverantwoordelijkheid behouden. De groepsleiding moest het doen met 'invloed'.

Treffend is een juweeltje van een observatie als: 'De Hafakkerbewoners wisten hun groepsleiding te raken met menselijke emoties, die zij herkenden maar zelf niet zo gemakkelijk uitten. Zo vormde de inrichting een vrijplaats voor alles wat zwakzinnigen en andere mensen verbindt' (blz 200).

Uiterst herkenbaar is ook het voortdurende gevoel van onderbezetting (blz 192), hoewel het aantal werkers op een groep in de loop der decennia geleidelijk groeide en de groepen kleiner werden. De groepsleiding bleef als altijd haar stinkende best doen in een chaos van improvisatie en hectiek, aldus Mans.

Illustratief is het verhaal over Ton Meijers, over de 'reddersmythe' versus de behoefte aan 'supervisie en professionele normen'. Het 'alles moest menselijker, vrijer en liefdevoller' van 1972, versus het 'alles moest normaler, professioneler' van 1996.

Wrang is Mans' constatering op blz 227, dat het ministerie in maart 1977 ten slotte medewerking aan de verdunningsideeën van de Hafakker gaf 'als goedmakertje' voor 'het om zeep helpen van Dennendal' door staatssecretaris Hendriks en consorten. (Wel met de nodige vertraging en sabotage, want de verdunde wijk zou er pas in 1986 komen - overigens mede door de veranderde opvattingen over 'verdunning' en 'omgekeerde integratie', ideeën die begin jaren '80 lange tijd volledig als achterhaald werden beschouwd: alles en iedereen moest immers de maatschappij in. )


Lof en hulde voor Het hart van de zorg.... kopen en lezen, dat boek!

Hans Grimm, 30 okt. 2016