HOME - INHOUD - TERUG - VOLGENDE
EEN MOOIE SNEEUWBAL: 10.3: Dennendalkrant 1 & 2
jouw foto hier
Het logo was van Carel Kneulman; ze werden verspreid door Hennie van de E-groep. Het toeval wilde dat Carels oud-oom, de beeldhouwer Carel Kneulman, de schepper was van het Lieverdje op het Spui, het beeldje dat een centrale rol vervulde in de happenings van de provo's en het symbool werd van ludiek anarchisme. Carels broer poseerde voor het beeldje.
Professoren Wiegersma en Hessel in bestuur?
Mijn geschrijf kreeg een serieuzer karakter met het verschijnen van 'De Dennendalkrant'. De kwestie kwam in de staf en er klonken waarschuwende geluiden, maar Jan Mulder trad op als mijn pleitbezorger en zo kreeg ik officieel toestemming. Wél werd bedongen dat staflid Bartho Smit, de tweede supervisor van Lorentz, mee verantwoording zou dragen. Van Bartho's bemoeienis zou ik vervolgens nooit iets merken.
Op 10-8-'73 verscheen de eerste van drie Dennendalkranten. Nummer 1 had als kop 'Een paar onzekere weken voor Dennendal' en was gewijd aan de opdracht van het bestuur aan de staf om een rapport over de verdunning te produceren.
Onder het kopje 'New Left' hamerde ik opnieuw op het thema verdunning/democratisering: "Een new-left-zwakzinnige zou vermoedelijk spreken van: het 'opheffen van een schandalige toestand van diskriminatie', 'het likwideren van het ghetto', 'het opkomen voor de rechten van een der meest vergeten minderheden'; een econoom zou waarschijnlijk spreken over 'het rendabeler maken van de inrichting', en een politicoloog zou het gebeuren 'in termen van inspraak en zeggenschap' benaderen." De passage werd later ook in de nieuwSchrift-brochure 'Een goede buurt' als 'citaat uit eigen koker' opgenomen.
Het hoofdartikel van nummer 2 ging over de ophanden zijnde benoeming van de professoren Wiegersma en Hessel. Ik citeerde Joop van Tijn, die in Vrij Nederland van 10 maart op basis van het Zwartboek Maagdenhuis Drechsel had geportretteerd als iemand die 'permanent en uitdagend twee Ford Galaxy's met chauffeur voor de deur op het Spui had staan' en die niet in staat was 'tot redelijk overleg met zijn medewerkers'.
De krantjes werden verspreid binnen geheel Dennendal en belandden ongetwijfeld ook op het hoofdkwartier van de administratie, het Hoofdbureau, en vandaaruit allicht op de burelen van de bestuurders.