Home - Inhoud - Terug (HB-14-2) - Vorige - Volgende - Overzicht (HB-1)
HISTORISCHE BEELDEN: bl-14-2-3-hendriksvorrink.html

Minister van Volksgezondheid en Milieu Irene Vorrink had het niet makkelijk in het kabinet. Door de tweespalt tussen PvdA en coalitiepartners had zij vrijwel geen zeggenschap over haar KVP-staatssecretaris Hendriks, die met Volksgezondheid was belast. Vorrink beperkte zich, tegen wil en dank, tot Milieu en gold mede daardoor toch als 'een zwakke minister'.
Het is illustratief dat zij bij een debat over de begroting voor Volksgezondheid de Kamer wilde verlaten omdat zij duidelijk wilde maken dat zij geen invloed op Volksgezondheid had en mocht hebben. De Kamer accepteerde haar vertrek niet en dwong haar aanwezig te blijven.
Vorrink zou gevoelsmatig achter Nw-Dennendal staan, maar kon en wilde haar macht niet gebruiken. Anet Bleich schrijft in haar biografie van Den Uyl dat de premier na afloop van de ontruiming van Lorentz verzuchtte: 'Ik ervaar de ontwikkelingen rond Dennendal als een nederlaag' (blz.364). Bleich laat hierop volgen: ''De uitspraak van Den Uyl (...) vertolkte ongetwijfeld ook de gevoelens van Irene Vorrink.' (Anet Bleich: Joop den Uyl, 1919-1987: Dromer en Doordouwer - 2008.)
Achtergrond van de conflictueuze situatie was de verdeeldheid binnen het kabinet en de strikte scheiding van competenties. De KVP accepteerde niet dat een PvdA-minister actief werd op een deelgebied dat onder haar staatssecretaris viel.
Winne Meijering en Bram Peper schrijven overigens in hun bijdrage aan 'Nieuw Dennendal, een goede buurt gesloopt', dat Vorrink in januari 1974 probeerde zich met het Dennendalconflict te bemoeien. Zij zou Hendriks zover hebben gekregen op 19 januari een bemiddelingsvoorstel te doen. Die interventie leverde niets op en dat was kennelijk de laatste keer dat Vorrink aangaande Dennendal haar nek uitstak (blz. 129.)