-------------------- (logo van de krant uit'73) ------------------
Home - Inhoud - red. - India diary (back) - Buddha pictures (next)
DAGBOEKNOTITIES OP NIEUW-DENNENDAL.NL

@@@@@@@ 'voorbij seks, drugs en rock 'n roll' @@@@@@@
DAGBOEK
Nepal-India
2006

Swayambu Temple (boeddhistisch), bij Kathmandu

markt Durbar Square, Kathmandu

KATHMANDU, 27 febr. - Arm Nepal

Tweedaagse busrit van Varanasi naar Sunaly (ook wel Sonauly), en vervolgens van Sunaly naar Kathmandu. Ik reis in gezelschap van een dertigtal backpacker van verschillende nationaliteit. Er zijn veel Israëliërs en Japanners (of zijn het Koreanen?).
De rit naar Sunaly, aan de grens van India en Nepal, voert door Uttar Pradesh, en wel het armste stuk, onder meer via de stad Gorakhpur, waar in de zomer van vorig jaar een meningitisepidemie honderden kinderen het leven kostte. De epidemie was te bestrijden geweest met geneesmiddelen, maar daarvoor ontbrak het geld. De deelstaatregering bleek niet in staat tijdig de nodige fondsen van de federale regering of internationale organisaties los te peuteren.
Vanuit de busraampjes vallen veel traditionele Indiase dorpen langs de weg te zien, compleet met waterbuffels. Helaas gaat het meestal om een mengsel van treurige nieuwbouw en pittoreske lemen hutten.
Sunaly is een smerig grensplaatsje. We arriveren er 's avonds, als het al urenlang donker is. Er is veel gedoe om een visum van 30 dollar en we worden naar een lowbudget-hotel geloodst waar we met z'n allen op een slaapzaal moeten liggen. Het hotel is inclusief de prijs van de busrit, 600 Indiase Rs. Ik heb geen zin in een slaapzaal en weet uiteindelijk een kamer in een ander guesthouse te bedingen, tegen 300 Nepalese Rs (ongeveer 2,75 euro).
De volgende dag duurt de tocht van Sunaly naar Kathmandu ongeveer negen uur, met zeker vier tot vijf controles door militairen van het RNA, het Royal Nepalese Army. Ze duiken op vanachter hun zandzakkenbastions. Een paar blijven zitten, automatische geweren in de aanslag. Eentje komt even in de bus koekeloeren, waakzaam. Een hand gaat nonchalant door een bagagerek. Het is niet helemaal duidelijk wat de bedoeling is. Gaat het om een demonstratie van aanwezigheid? Wordt gezocht naar maoïsten?
De weg leidt via Butwal en Narayangath. Ik zit naast een vriendelijke, goed Engels sprekende Nepalees, die met zachte stem allerlei informatie verstrekt. Alleen zodra het persoonlijk wordt, laat hij het afweten. De tocht duurt negen uur, maar daarvan wordt hooguit 7,5 uur gereden, met een gemiddelde snelheid van nog geen 30 kilometer per uur. Het laatste stuk, voor de Kathmandu Valley, ligt op ruim 2000 meter hoogte.
Kathmandu blijkt aanzienlijk gegroeid in de dertig jaar dat ik er niet was. De hele vallei is volgestouwd met lelijke nieuwbouw. Alleen de historische centra zijn gespaard. De schattingen over het aantal inwoners van de vallei lopen sterk uiteen. Een bron spreekt van 3 lakh (300.000), een ander heeft het over 4 miljoen (0,4 crore).
Er zijn de afgelopen jaren door de burgeroorlog honderdduizenden dorpelingen naar Kathmandu gevlucht. De Kathmandu Post meldt dagelijks nieuwe wapenfeiten.
Vandaag wordt bericht dat woensdag bij een aanslag in Palpa, ongeveer 100 kilometer ten zuiden van Pokhara, 29 doden zijn gevallen. Maandag vielen bij een aanslag in Pokhara, waar het buitenverblijf van de koning is gevestigd, veel gewonden. De Post publiceerde een foto waarop te zien viel dat buitenlandse toeristen in allerijl werden weggeleid. Ik was van plan naar Pokhara te gaan, maar weet het nu nog zo net niet.
Het travel agency wuift alle bezwaren weg, de man van de balie van hotel Sugat, aan Durbar Square, heeft het opgewekt over 'no problems'. Maar het wemelt van de zwaarbewapende militairen in Kathmandu. Overal liggen stapels zandzakken en rollen prikkeldraad. Arm Nepal, arm Kathmandu, arme toeristenindustrie.
Van de onbekommerde hippie-enclave van weleer lijkt weinig over - hoewel mijn hotel 20 meter is gelegen van Freak Streat. Gisteren heb ik nog gezocht naar het hotelletje van 1975. Niet gevonden, wel de straat van toen. Ook nog de Swayambu Temple bezocht, een oase van goedgemutste Tibetaanse monniken en handelaars.
Een black coffee - Nescafe - gedronken op het dakterras. De monniken en de apen lijken de enigen die niet onder de indruk van de oorlogstoestand zijn.

slangenbezweerder Kathmandu

markt in Bhaktapur (stadje bij Kathmandu)

KATHMANDU, 3 maart - Commercie 

't Was me al voorspeld. Nepal is aardig ingespeeld geraakt op het toerisme.
De arme backpacker of rijke toerist - vaak een kwestie van leeftijd - wordt geacht een heffing van 200 Nepalese roepies (ongeveer 2,5 euro) op te hoesten voor een bezoek aan de oude stad van Kathmandu, 200 Rs voor die van Patan, 700 Rs voor Bhaktapur, 250 Rs voor het tempelcomplex Pashupatinath enzovoort.
Dat maakt die bezoeken niet minder interessant, maar het geeft wel een bijsmaakje. Een van de aardige aspecten van een reis naar het subcontinent is het gevoel de sahib te kunnen uithangen voor weinig geld, laten we eerlijk blijven.
Kathmandu is uitgegroeid tot een rommelig en overwegend lelijk stedelijk gebied. Gelukkig resteren her en der historische en exotische parels. Voor de bevolking geldt eigenlijk hetzelfde. De meeste mensen ogen kek en modern. Jongelui dragen jeans, shirt en honkbalpetje. Maar daar tussendoor lopen veel Indiase sadhu's, Tibetaanse monniken, vrouwen in sari, in lompen gehulde bedelende kinderen en weduwen.
En verder is er natuurlijk de burgeroorlog. Die valt niet makkelijk over het hoofd te zien of te vergeten. Als ik m'n hotel uitloop staan er onmiddellijk drie zwaarbewapende militairen in camouflagepak. En dat gaat eigenlijk de hele dag zo door. Overal prikkeldraad en zandzakken. Het land heeft in feite twee regeringen. De maoïsten
hebben het grootste deel in handen, de koning en het leger beheersen de steden en enkele hoofdwegen.
Als ik een reisbureau binnenwip om een busrit naar Pokhara te boeken, word ik er op gewezen dat de maoisten van 14 tot 21 maart een transportstaking hebben verordend voor het gehele land. Alle vervoer wordt een week lang stilgelegd. Transport is dan alleen mogelijk met militair escorte en blijft link.
Mijn vraag of dat morgen in de Kathmandu Post valt te lezen, wordt ontkennend beantwoord. De regering verbiedt de publicatie van maoïstische aankondigingen. De staking wordt vermeld op de website
www.nepal.com.
Op mijn ietwat zorgelijke vraag of het wel verantwoord is Pokhara te bezoeken, wordt geruststellend gereageerd.
Ik kan gerust naar P. reizen en van daaruit trekkings maken naar de Annapurna. De maoïsten hebben immers niets tegen toeristen. Ze melken ze alleen maar een beetje uit, net zoals de regering.
Er wordt je hooguit een heffing van 1000 tot 2000 RS (12,5 tot 25 euro) opgelegd. En dat doet de regering ook door middel van visa van 30 dollar of heffingen voor toeristische bezienswaardigheden. En beide gebruiken het geld om wapens van te kopen.

fietsriksje in Kathmandu

boeddhabeeld op Durbar Square, Kathmandu

KATHMANDU, 5 maart - Gids 

'Mister, can I help you? I am guide on Durbar Squae and can tell you a lot about the history of the buildings and help you with information? '
De vriendelijk ogende man glimlacht bedeesd. Ik poeier hem af, want het begint wat schemerig te worden, met een prachtig kleurende hemel tegen de wonderlijke architectuur van het 17de-eeuwse plein, en een gids - met het onvermijdelijke getouwtrek over geld - is het laatste waar ik op zit te wachten.
De man laat zich echter niet eenvoudig afschepen. Ik ben alleen en in een weemoedige stemming en dat voelt hij haarfijn aan. Als hij me vraagt om, gewoon voor de gezelligheid, een kop thee met hem te drinken, stem ik ermee in. Ik maak echter nogmaals duidelijk dat er geen sprake kan zijn van betaald gidswerk.
We gaan op een stenen trap van een tempel zitten en een jongetje brengt twee thee. Ik ben wel zo goed te betalen (10 Rs - 12,5 eurocent). Er volgt een gesprek tussen een westerse toerist met politieke belangstelling en een Nepalees die eigenlijk niet zo'n trek in dat onderwerp heeft maar die zich verplicht voelt vragen te beantwoorden in de hoop alsnog wat te kunnen verdienen.
Het gaat slecht met het toerisme en dus ook met het gidsendom. De heffing van 200 Rs die de gemeente voor de toegang tot het plein van buitenlandse toeristen vraagt, maakt het voor de gidsen niet eenvoudiger.
En dan is er natuurlijk de oorlog, waarvan iedereen het slachtoffer is. Tot voor enkele jaren was mijn bron nog wel politiek actief en deed mee aan de demonstraties, zegt hij. Maar hij is sinds anderhalf jaar vader van een zoontje en er moet brood op de plank komen.
Het gidsen levert weinig op, maar ander werk is er voor hem niet. De vallei is overstroomd door werkloze dorpelingen die de bestaande economische verhoudingen hebben ondermijnd.
We hebben het over alles en nog wat. Ik laat hem foto's van mijn familie zien. Hij geeft me zijn adres voor een ansicht uit Amsterdam. Na een klein uurtje is het pikkedonker en wil ik gaan dineren. Bij het afscheid komt het onvermijdelijke verzoek om een donatie. 'Maybe 100 Rs?', klinkt het hoopvol.
Ik had het wel zien aankomen maar voel me toch lichtelijk belazerd. Het is alsof ik als eenzame ziel voor wat aandacht moet betalen; het lijkt een beetje op prostitueebezoek. Ik zet me over m'n trots heen.
In de kern zijn we allemaal bedelaars. Hij krijgt 50 Rs (60 eurocent, het equivalent van een taxirit of een diner). 'Because of your little son', maak ik duidelijk.

tempel in Bhaktapur
(hist. stadje in Kathmandu-valley)

man in Bhaktapur
(Kathmandu-valley)

KATHMANDU, 6 maart - 'S' 

S. komt uit Belgrado, zal een goeie vijftiger zijn, is gedrongen en gezet - maar heeft prachtige groene ogen en een charmante lach. S. deed schone kunsten en specialiseerde zich daarna in dans en film. Ze zat vijf maanden in Varanasi en reisde met dezelfde bus als ik naar Kathmandu.
Nu zitten we in hetzelfde guesthouse en komen elkaar geregeld tegen. S. praat me snel bij over de oorlogen in Joegoslavië. Het uiteenvallen van Tito's eenheidsstaat is een ramp en misdaad, waar de CIA en Bush achter zitten. 'Democratie' in Amerikaanse versie is een lachertje.
Joegoslavië moest opengegooid worden voor het kapitalisme en de multinationals, en de Verenigde Staten moesten zo nodig hun oude wens van militaire bases in Kosovo realiseren. De oorlog in Bosnië was doorgestoken kaart, Kofi Annan en de VN hebben de Serviërs verraden enzovoort enzovoort.
Ik sputter wat tegen, heb het over historische ontwikkelingen, Hongarije, Tsjecho-Slowakije, de DDR, Polen, Vaclav Havel, Lech Walesa, maar dat alles maakt op haar weinig indruk. Uiteindelijk kunnen we elkaar vinden in de constatering dat niets zwart-wit is.
S. heeft de mooiste, historische gedeelten van Belgrado zien plat bombarderen. Ze kreeg ooit paramilitairen over de vloer van haar studio en kon alleen aan verkrachting of erger ontkomen door ze er uit te vloeken. Ze maakt gehakt van de arme Nepalese handelaars, taxichauffeurs en horecabedienden die in hun argeloosheid veronderstellen een eitje aan haar te hebben.
Ik krijg op m'n kop als ik - zoals in India gebruikelijk en verstandig is - een taxichauffeur alvorens in te stappen om de ritprijs vraag. 'Zet de meter aan', klinkt het kortweg, en inderdaad zijn we 30 Rs goedkoper uit.
S. deed in Varanasi een cursus yoga en ademhalingstechnieken, en was daarnaast bezig met Indiase filmers en dansers. De uitbater van het dakterras van de Swayambu-tempel zet haar een koperen bokaal omgekeerd op het hoofd, slaat met een stokje tegen de rand en een zacht gezoem zwelt aan tot een diep vibrerend geluid.
S. krijgt iets van een balletdanseres, produceert een hemelse glimlach, zweeft tot boven de stupa.
Jaren van oorlogsellende vallen - voor even - van haar af.

KATHMANDU - VARANASI, 9 maart - Mr. Babblu is somber 

De bus in Sonauly, aan de grens van Nepal in India, is niet vol te krijgen. Om 08.30, het aangekondigde tijdstip van vertrek, zit er maar een handjevol passagiers in.
De busmanager, mr. Babblu, is somber. Ten minste de benzine moet er uit; de bus kan niet met verlies rijden. We wachten nog een half uur. Er komen een paar lokale mensen bij, maar die reizen maar een klein stukje en dragen niet veel bij in de kosten.
Ik loop wat rond, drink nog een thee en ga op zoek naar een krant met nieuws over Varanasi. Nergens een kiosk. Ik mag de krant van een hotel inkijken. Twintig doden en tientallen gewonden. Om 09.00 uur wordt alsnog vertrokken. Duidelijk met pijn in het hart, want de bus is voor driekwart leeg. Heeft het passagierstekort te maken met de aanslagen?
Een Indiase passagier verzekert me dat dat niet het geval is. Er zijn volgens hem in Varanasi 'no problems'. Hij herhaalt de leuze van de baliemedewerker van het reisbureau en van iedereen in de vervoerssector: alles is onder controle.
'Maar hoe zat het dan met de rellen tussen hindoes en moslims in 1947 (onafhankelijkheid: circa een miljoen doden), in 1971 (de afscheiding van Oost-Bengalen van West-Bengalen en de geboorte van Pakistan en Bangladesh), in 1992 (Ayodhya), in 2002 (Gujarat: ten minste 2000 doden)? vraag ik wat pesterig.
Mijn bronnen verzekeren met dat de hindoes in Varanasi er niet aan denken wraak te nemen op de moslim-minderheid in de stad. Dit zijn terreuraanslagen, georganiseerd van buitenaf, vermoedelijk vanuit Kashmir, net als de aanslagen afgelopen jaar in Delhi.
Ook de manager van hotel Modern Vision in Varanasi, waar ik 's avonds inboek, ziet geen problemen. 'This house had never any trouble. It is build at the end of a narrow alley. I can defend it on my own.' Het klinkt mij weinig geruststellend in de oren.
Hij vraagt hoe het zit in Nederland en ik moet bekennen dat het ook in Nederland en Europa niet geheel zonder geweld toegaat. Eigenlijk is het daar veel erger, als je de Joegoslavie-oorlogen meetelt. Alles is relatief.
De manager kijkt tevreden. Zie je wel. India doet het zo slecht nog niet.
Dan vraagt hij me om een voorschot. En ik vraag me prompt af wat daar nou weer achter zit.

 

Sonauly-bus

theeshop in Sonauly


VARANASI, 10 maart - Regen in Varanasi 
Het regent in Varanasi. De smalle gloppen rond Godoulia, galis genaamd, zijn modderig en glibberig. Je kunt ieder moment een straaltje water in je nek krijgen van een dakterras. De koeien op hun wankele hoge poten blokkeren nog meer dan gebruikelijk de weg.
Het is duidelijk. De stad van licht en zon, de Stad van Shiva zelf, is uit de gratie: eerst bomaanslagen op een tempel en treinstation, nu regen.
De federale regering heeft besloten de stad enige tijd meer elektriciteit toe te wijzen, maar dat is een magere compensatie. De inwoners realiseren zich maar al te goed de grootschalige volksverlakkerij die aan dat besluit ten grondslag ligt.
Over enkele dagen, als de gemoederen gekalmeerd zijn, gaat weer alle elektriciteit naar New Delhi, Kolkata en Mombay, die belangrijker voor de economie zijn dan de Stad van Licht.
Shiva is minder opportunistisch dan de regering in Delhi. Hij is niet te vermurwen. De hemel boven de Ganga zit potdicht. De vrouw van de hotelmanager huivert. Ze kan me niet volgen als ik zeg van de koelte te genieten.
Haar schoonvader vraagt verbijsterd waarom ik in godsnaam de deur uitga in de regen.
Hij ligt op een laag bed in de lobby van het guesthouse en trekt behaaglijk een dikke deken over zich heen.
Het is boekentijd in Varanasi. Hij leest een Hindi-versie van een boek van Osho.
AGRA, 12 maart - Rond de Taj Mahal
's Morgens rond 11.00 uur ingeboekt in Tourist Rest House in Agra, na een treinrit van ruim dertien uur uit Varanasi in gezelschap van aardige maar drukke Fransen - wat een Indiase medereiziger 's nachts de wat knorrige verzuchting ontlokte: 'Please be quiet, don't behave like monkeys.'
Na een douche en een bananaporridge loop ik naar de Taj Mahal, wat volgens de plattegrond in de Lonely Planet in een half uurtje te doen moet zijn. Ik sla dus de aanbiedingen van verscheiden fietsriksjarijders en tuktukchauffeurs af.
Dat had ik beter niet kunnen doen. Als ik na ruim een uur lopen om 13.00 uur bij de Taj Mahal kom, gaat het loket voor m'n verbijsterde neus dicht. Om 16.00 uur gaat het terrein weer open. Een medegedupeerde westerse toerist slaat bijna aan het huilen. Hij komt speciaal met een eendaagse treinreis uit Delhi en moet om 18.00 uur zijn trein weer pakken.
Volgens de Lonely Planet is de Taj Mahal dagelijks, behalve op vrijdag, van 's ochtends 7.00 uur tot 's avonds 19.00 uur te bezichtigen. Hoe het precies zit wordt me niet duidelijk. Er is een hoge regeringsambtenaar op bezoek of het gaat om 'security'. Hotel Host in het bij de Taj Mahal gelegen wijkje Taj Ganj biedt vanaf een dakterras uitzicht op de graftome die Sjah Jahahnabad in de 17de eeuw voor zijn gestorven geliefde Mumtaz liet bouwen.
Het is inderdaad een magnifiek bouwwerk. De koepel en een paar minaretten steken schitterend in de zon boven de daken en bomen van Agra uit.
Ik eet een potatoes met spinach en voel me niet helemaal goed worden als ik omkijk en achter me  een bordje met de volgende, ietwat alarmerende mededeling ontwaar:

'Some important tips for surviving from diarrhoea (loose motion):
1. eat banana as much as possible
2. fresh yoghurt (curd) 1 or 2 time a day
3. fresh lemon with mineral water of soda 1 or 2 time a day
4. avoid food from cheap restaurant.

Ik vraag me af waarom de uitbater het nodig vindt zijn klanten op deze wijze de stuipen op het lijf te jagen. Hotel Host wordt niet vermeld in de Lonely Planet (LP), die uitvoerig aandacht besteedt aan een truc om toeristen geld af te persen. Ze worden opzettelijk met een voedselvergiftiging opgezadeld, waarna restaurant en artsen de winst van het artsenbezoek gezamenlijk opstrijken.
De LP waarschuwt dat de restaurants die zich hieraan schuldig hebben gemaakt niet in de gids worden vermeld.

AGRA - DELHI, 14 maart - Wroeging  
Pahar Ganj in Delhi, met de Main Bazaar en veel backpackerhotels, voelt prettig bekend en vertrouwd aan als ik er maandagavond voor de vierde maal in ruim een jaar tijd arriveer.
De reis van Agra naar Delhi verliep probleemloos. De trein was een uur over tijd, maar plezierig leeg, zodat ik kon relaxen.
Het opmerkelijkste was een bezoek van een paar 'hyra's', travestieten of eunuchs (ik denk het laatste, maar ben niet helemaal zeker). Ze kwamen passagiers met veel vrijpostigheid, wangen- en neuzenknijperij, elegant geld aftroggelen.
Tot m'n verbazing werden grif biljetjes van tien en twintig Rs gegeven, terwijl je anders Indiers zelden voor bedelaars ziet bezwijken. Er werd mij ook een bijdrage gevraagd, maar ik had na Agra even geen behoefte aan gezeur om geld, dus vroeg wat agressief waarom ik iets zou moeten geven.
Ze/hij trok een beledigd gezicht en negeerde me straal. Even later kwam een meisje salto's maken in het gangpad van de trein. Vervolgens dook er nog een jonger zusje op en buitelden ze in elkaar gedraaid tussen de stoelen.
Het oudste meisje ging ook nog zingen en tabla trommelen en ik nam een foto.
Ik had maar drie Rs aan muntjes en wilde geen biljetten geven. Je kunt als je wilt in India immers iedere vijf minuten je geld kwijt. Het meisje vond drie roepies van die rijke westerse meneer niet genoeg en het werd een soort krachtmeting. Uiteindelijk droop ze af.
Ik had onmiddellijk wroeging dat ik niet toch tien Rs had gegeven. ('s Avonds bekeek ik de foto op m'n digicamera. Ze staat er prachtig op, met heel ernstige ogen. Ik had haar honderd Rs moeten geven.)
De trein arriveerde in Delhi-Zuid, bij het Nizamuddin-station. Delhi naderend doken er steeds meer slums (armenwijken) langs de spoorlijn op.
Ik probeerde ze te fotograferen, maar dat was lastig vanuit een rijdende trein.
Ik nam me voor de sloppen te bezoeken en meer foto's te nemen.


acrobate in trein

paar op terras Taj Mahal
op achtergrond Jammu


DELHI, 16 maart - Happy Holi
Gisteren was het Happy Holi, een lentefeest. Iedereen bekogelde iedereen met kleurstof en waterballonnejtes. Natuurlijk waren vooral jongelui en kinderen actief, maar ook ouderen; en toeristen waren dankbaar doelwit.
Vandaag is het m'n laatste dag. De pelgrimage zit er bijna op. Delhi - Varanasi - Bodh Gaya - opnieuw Varanasi - Kathmandu - opnieuw Varanasi - Agra - opnieuw Delhi: zeven weken zweten, foeteren, ploeteren door die mensenbrei die Zuid-Azie bevolkt.
Ik heb geprobeerd al schrijvend wat meer te begrijpen van en wat meer begrip te wekken voor het subcontinent en zijn bewoners; uiteindelijk was dat het doel: zien wat Gewoon Samen Mens Zijn in de context van globalisering betekent.
Ik kan alleen maar open deuren intrappen. De handelaar in zijden shawls in Varanasi die prompt een mobiele telefoon produceerde toen ik zei eerst telefonisch contact te willen opnemen met mijn partner in Amsterdam, begrijpt misschien nog wel het best wat globaliseriing betekent.
Hij zette me althans onmiddellijk voor het blok en prikte mijn uitstelmanoeuvre grandioos door. (Ik had het mobieltje moeten opnemen en op zijn kosten met thuis moeten bellen, maar was net niet alert genoeg.)
En dan natuurlijk de hamvraag: of ik nou onder die Bodhi-boom ook een beetje verlicht ben geraakt?
Je zult het mij niet horen zeggen, maar ik ben zeker wat lichter geworden.
Net als de Zwitser M., die in Varanasi acht meter van een dakterras donderde toen ie de Shiva-maan wilde bewonderen en de krant haalde met de kop: 'Swiss breaks limbs while testing moksha-theory'. Hij was niet verzekerd en klaagde dat ie in het ziekenhuis een week lang alleen maar dunne sandwiches kreeg.

Hans
bij de Tibetan Colony aan de Jammu (Delhi) slums bij Nizamuddin-station (Delhi)