HOME - INHOUD - TERUG - VOLGENDE
EEN MOOIE SNEEUWBAL: 8.1: Op de F-groep

Twee F-bewoners: Herman en Evert - (dubbelklikken op afbeelding geeft fotopagina)
Sterke onderlinge banden
Niet alleen de banden tussen de groepsleiding en de bewoners waren vaak hecht. De meeste bewoners hadden ook onderling sterke banden: ze gingen dag in dag uit met elkaar om. En ze hielpen elkaar daadwerkelijk. De één kon dit, de ander dat...
De zes groepen van Lorentz verschilden sterk van karakter. Van de E-groep, groep-6 en groep-5 werkten mensen op allerleid afdelingen van de Hoeve, zoals de Wasserij en de Keuken. Riekje (6) was een kei in de linnenkamer van mevr. de Boer, Gijs (E) was een belangrijke kracht op de boerderij. Op de relatief 'goeie' groepen lag het accent op begeleiding. Je kon veel - zoveel mogelijk - aan de mensen zelf overlaten.
Op andere groepen, zoals B en 4, was je veel meer bezig met verzorging, creatief spel, handenarbeid en therapie. B had een eigen handenarbeidlokaaltje: Kroeto Hoso.
De groepen van Lorentz waren in '74 ongeveer vijf jaar oud. Enkele groepsleiders werkten er vanaf '69 of '70, maar de meesten rouleerden en zaten één of twee jaar op een groep. Maar in een paar jaar konden sterke relaties ontstaan.
Vanouds waren er allerlei indelingen en classificaties, zoals debielen (intelligentieQuotiënt van 50 tot 70), imbecielen (IQ van 25 tot 50) en idioten (IQ onder de 25). Hun zelfredzaamheid zou dalen naarmate het IQ. Een ander handvat was autisme. Zodra je de individuen leerde kennen, vergat je de etiketten...
Heerma van Voss ontlokt in 'De Voorbeeldige Zwakzinnige' de psycholoog Otto Haspers uitspraken als: 'zwakzinnigen en niet-zwakzinnigen hebben verschillende soorten handicaps'; 'zwakzinnigen tasten de gangbare hiërarchie van waarden aan'; 'de zwakzinnige is onze spiegel, hij laat zien hoe zwakzinnig wij zijn'.
Maar dan is er nog altijd sprake van 'hen' en 'wij'. Wat er in veel relaties écht gebeurde was een verlies van ieder bewustzijn van afstand en 'anders' zijn. Veel paviljoensbewoners werden gewoon vrienden of vriendinnen, met wie je je identificeerde en solidair voelde.