HOME - INHOUD - TERUG - VOLGENDE
EEN MOOIE SNEEUWBAL: 2.1: De wereld was nooit meer dezelfde

Potloodtekening gemaakt in paviljoen Donders ('72).
Innerlijke werelden
Na de doorbraak van de Beatles en de Stones hadden het Woodstock-festival en de film daarvan eind jaren zestig een enorme invloed. Popmuziek en psychedelica ontdeden zich van hun avant-gardekarakter en werden bijna-massaproducten. De festivals in Kralingen en op het Isle of Wight bevestigden aan deze zijde van de Atlantische Oceaan de trend: het Aquariustijdperk was aangebroken.
Ook op het literaire vlak was de belangstelling voor de nieuwe cultuur groot. Na het uit 1954 daterende 'Doors of Perception' van Aldous Huxley - dat de popgroep The Doors zijn naam had opgeleverd - werd in 1968 Tom Wolfe's 'The Elecric Kool-Aid Acid Test' een cultboek. Het was veelbetekenend dat de held van Wolfe´s epos, de schrijver Ken Kesey, in 1962 furore had gemaakt met een roman over een rebel in een psychiatrische inrichting - het met Jack Nicholson verfilmde 'One Flew Over the Cuckoo's Nest'.
Veel, zo niet alles, leek om drugs te draaien. Maar wat was nu precies de betekenis van het psychedelische element binnen de subculturele revolutie? Op websites waarin wordt gepoogd de rol van de psychedelica te duiden, zoals 'Uit je bol' van Hans Plomp en Gerben Hellinga, of in boeken zoals van Hans Bogers, Stephen Snelders en Hans Plomp (De Psychedelische (R)evolutie, 1994) en Peter ten Hoopen (King Acid, hoe Amsterdam begon te trippen, 1999) wordt gewezen op de katalyserende werking van bewustzijnsverruimende drugs als cannabis en lsd, zowel op individueel als collectief niveau. Maar wat precies die relatie was, is moeilijk te zeggen. Zeker is dat er ook rivaliteit bestond tussen de verschillende richtingen, de 'psychonauten' contra de 'spirituelen', de 'ludiekelingen' contra de 'politiekelingen' (zoals eerder Kabouter contra Provo).
Hoe het zij: de hoop was dat de revolutie een einde zou maken aan het denken dat twee wereldoorlogen had voortgebracht en de Vietnamoorlog gaande hield. Amsterdam was destijds naast San Francisco, Londen en Ibiza 'een van de 'magische centra' (Ten Hoopen: 9,19; Snelders: 55). En Mokum kreeg begin '70 een kleine dependance in de Dolderse Bossen: er openden zich innerlijke werelden, de klokken van de revolutie begonnen er luid te beieren.